MENU

GRZ De GRZ kan efficiënter: grip op in- en uitstroom

Met de vergrijzing neemt ook de druk op afdelingen voor geriatrische revalidatiezorg (GRZ) de komende jaren toe. En nu al wordt nog vaak 15 tot 20 procent van de bedden bezet door cliënten voor wie elders geen plek is. En blijven andere bedden onnodig leeg. Dat moet anders, en zoals we eerder al schreven: gelukkig kan dat ook. In vier artikelen beschrijven we de belangrijkste oplossingsrichtingen. In dit eerste artikel: vijf handreikingen voor grip op de in- en uitstroom. 

Zorg dat je weet waar je naartoe werkt

‘Begin met het einde voor ogen’ is niet zomaar een loze kreet. Het is een credo waar de GRZ flink baat bij kan hebben. Het is immers zaak doelgericht en efficiënt aan revalidatie te werken. En om de doorstroom op een GRZ-afdeling op orde te krijgen, is het essentieel om het hele proces helder te hebben. Welke stappen moeten er gezet worden, wie zijn daarbij betrokken, wanneer is een cliënt klaar voor ontslag, welke ontslagcriteria passen hierbij, en niet te vergeten: welke knelpunten ervaren we nu? Beantwoord die essentiële vragen met het multidisciplinaire team, en je krijgt snel een goed beeld van het proces en de verbeterpunten.

Schep helderheid in het eerste MDO

Het uitstroomproces begint al bij het eerste multidisciplinaire overleg over een cliënt. Daar moet een duidelijk en realistisch revalidatiedoel geformuleerd worden, en een gewenste ontslag-user-score, zodat op basis van objectieve criteria bepaald kan worden of een cliënt voldoende gerevalideerd is. Is dat het geval, én is de cliënt medisch stabiel, dan volgt ontslag. Daarom hoort bij zo’n doel ook een (streef)ontslagdatum. Door dit vroegtijdig met de cliënt en zijn familie te bespreken, hebben zij voldoende tijd om eventuele knelpunten in de thuissituatie te verhelpen. Denk bijvoorbeeld aan het plaatsen van een bed in de woonkamer, of het organiseren van een netwerk voor de boodschappen. Door de behandelinzet continu aan de gestelde ontslagdoelen te koppelen, zet je revalidatietherapie effectiever in, en voorkom je dat er tijd wordt besteed aan andere zorgvragen, die het ontslag van de patiënt niet in de weg staan.

Maak heldere afspraken over voorrang

De capaciteit van de thuiszorg en de Wlz is een bekend knelpunt in het uitstroomproces. Daar is voor  organisaties vaak winst te boeken. Maak om te beginnen eens binnen je eigen organisatie premium afspraken over het in zorg nemen van cliënten. Daarmee voorkom je dat de ligduur onnodig verlengd wordt. En als alle partijen denken vanuit hun gezamenlijke verantwoordelijkheid en belang,  is dit proces goed in te regelen voor cliënt en instelling. Natuurlijk zijn niet alle GRZ-afdelingen onderdeel van een organisatie die ook thuiszorg en Wlz aanbiedt. Ook dan geldt dat het loont om heldere afspraken te maken. Iedereen heeft per slot van rekening partijen waar hij goed en graag mee samenwerkt.

Spreek eenduidige criteria voor instroom af

De instroomcriteria bepalen voor een groot deel de doorstroming binnen de GRZ-afdeling. Een cliënt die onvoldoende in staat is om te revalideren, of eigenlijk een andere zorgvraag heeft, verstopt de keten. Formuleer daarom heel heldere instroomcriteria, die eenduidig te interpreteren zijn. Ook dat vraagt om een multidisciplinaire insteek waarbij je proces, taken, verantwoordelijkheden en knelpunten goed in kaart brengt. Het goede nieuws is: dat hoef je maar één keer te doen. Het is voor dit overleg wel belangrijk om een goede werkvorm te kiezen, zodat je het proces snel, zorgvuldig en met energie kunt doorlopen. En het helpt vaak om dit gesprek te voeren op basis van data. Daarmee voorkom je dat er veel tijd gaat zitten in het bediscussiëren van alle uitzonderingsgevallen die men zich kan herinneren. Die tijd kun je beter besteden aan discussies die ook echt waarde creëren voor het proces. En als je dit als afdeling gezamenlijk oppakt, wordt het implementeren ook een stuk eenvoudiger. Iedereen heeft immers het proces en de criteria al doorleefd.

Blijf afstemmen met je ketenpartners

Het instroomproces begint natuurlijk bij de ketenpartner(s) die cliënten naar de GRZ doorverwijzen. Met hen is er een gezamenlijk belang om dat zo optimaal mogelijk in te richten. Deel bijvoorbeeld je instroomcriteria, zodat ook zij beter kunnen triëren. En deel ook de triagevragen, zodat zij volgens een vast format de gevraagde informatie kunnen aanleveren. Dat bespaart tijd, en versnelt het proces. Sowieso geldt: blijf in gesprek. Het loont, zeker bij electieve chirurgie, om de capaciteit op elkaar af te stemmen en een proces in te richten om periodiek de productie en de samenwerking te bespreken. Uiteindelijk hebben cliënt, collega én continuïteit daar baat bij.

Meer weten?

Heeft u vragen over onze aanpak, deze handreikingen, of onze analyse van de problemen in de GRZ? Bel dan gerust! We gaan graag met u in gesprek.

Bekijk hier de andere artikelen uit deze reeks:

  1. Betere zorg en minder behandeling met zorgpaden
  2. Sturen met inzicht
  3. Zorgvraagafhankelijke inzet