Bijna vier maanden geleden werd de Wvggz van kracht. Daarover schreven we op voorhand al dat het onmogelijke opgaven meebracht. En na de eerste week bleek inderdaad dat de doorlooptijd en papierwinkel flink toenamen. Sindsdien is het in de media zelden stil geweest. Zo bood de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) op 28 januari een petitie aan aan de Tweede Kamer, aangevuld met een rol papier van 25 meter, die de hele Wvggz-papierwinkel laat zien. En werd die petitie gevolgd door een brief van de NVvP over de mogelijkheden voor reparatiewetgeving, iets waar volgens bewindsman Paul Blokhuis op z’n vroegst in de zomer voorzichtig mee begonnen kan worden.
Reden genoeg tot zorg dus, zou je zeggen. Tegelijk zien we in de praktijk ook dat het nog best rustig is aan het GGZ-front. Niemand beweert dat het een feestje is, maar het lijkt er toch op dat alles wat moet gebeuren, ook daadwerkelijk gebeurt. We zien dat in ieder geval in Friesland, waar we de GGZ hielpen met de voorbereiding en implementatie. Het onuitvoerbare wordt uitgevoerd! Zelfs nu het primaire proces door corona nog complexer gemaakt wordt. Hoe kan dat?
Iedereen in de GGZ loopt zich het vuur uit de sloffen voor patiënten. Dat is niets nieuws. Wel nieuw is dat de extra werkzaamheden die deze wet met zich meebrengt, terechtkomen bij mensen die normaal gesproken meer op de achtergrond werken. Bij de bureaus Verplichte Zorg, en het secretariaat van de geneesheer-directeur, bijvoorbeeld. Zo moet de geneesheer-directeur volgens de nieuwe wet een enorme hoeveelheid brieven versturen. Dat wordt nu door allerlei mensen ‘ernaast’ gedaan. Zij verzorgen daarmee werkzaamheden die niet bij hun functie horen. En daarmee zijn het ook werkzaamheden die niet direct vergoed worden. Ja, er is een uurtariefverrekening voor de uren die gemaakt worden door een geneesheer-directeur. Maar die moet dan wel de tijd registreren, en de vergoeding staat niet in verhouding tot het werk dat de collega’s eraan hebben.
Met een goede voorbereiding én een enorme wil om te werken voor cliënten, lijkt het nu dus nog best goed te gaan in Friesland. Maar het is ook duidelijk dat deze situatie niet houdbaar is. Wat ons betreft kunnen de eerste grote evaluaties van deze wet niet snel genoeg komen. We hopen dat er dan snel naar praktische problemen gekeken wordt (zo is de belofte dat veel werk digitaal via gegevensuitwisseling kan, nog niet waar gemaakt: alles moet uiteindelijk in pdf naar de rechtbank). En we hopen dat er dan ook serieus gekeken wordt naar het werk dat nu buiten de spotlights verzet wordt. Natuurlijk vragen ook die evaluaties, en de aanpassingen die er hopelijk uit voortkomen, weer om een goede voorbereiding.
Heeft u vragen naar aanleiding van deze blog? Of wilt u van gedachten wisselen over aanpak, evaluatie en implementatie? Bel dan gerust! Ik ga graag met u in gesprek.